Vrij
Dit juweeltje van een kort verhaal kwam zomaar ineens voorbij. Geschreven door schrijver, coach, mentale worstelaar, reclameman, singer en ook songwriter, auteur, videomaker en dichter Marnix Pauwels.
Dit juweeltje van een kort verhaal kwam zomaar ineens voorbij. Geschreven door schrijver, coach, mentale worstelaar, reclameman, singer en ook songwriter, auteur, videomaker en dichter Marnix Pauwels.
Het waaide overal, maar vooral in het bos. De mier en de vlinder maakten een stevige wandeling. Blaadjes dwarrelden rond alsof het niks was. Steeds nieuwe. “Kun je echt vrij zijn?” vroeg de mier? Ze wandelden door. De bomen fluisterden hun vroege herfstverhalen. “En wat ís het eigenlijk, vrij?” Sinds hij de vlinder had leren kennen, was de mier steeds vaker ingewikkelde dingen gaan denken, en veel van die dingen hadden een antwoord nodig. Hij dacht zichzelf soms in rondjes die wel een hele middag duurden. Vrij was een belangrijk ding. Een sleutel tot een geheim, of zo. Een trapje naar een eindeloos mooi en gelukkig leven. Dacht hij tenminste. En nu zat hij in een nogal stevig denkrondje.
De vlinder liep door. Hij kneep zijn ogen tot spleetjes en schudde zijn hoofd, alsof hij een pluk mos wilde kwijtraken dat op zijn kop lag. “Vrij…” zei hij, tegen niemand in het bijzonder. Hij keek dromerig. “Vrij is het moeilijkste wat er is.” Ze liepen samen door. Er was geen plan. “Vrij kan alles zijn” zei de vlinder, “als je er maar niet mee zit.” De mier keek ‘m aan. Er ontbrak iets. Begrip, vooral: hij snapte er helemaal niks van. “Oké” zei de vlinder, “ik leg het even uit.”
Ze gingen zitten. De mier wiebelde wat mijn zijn hoofd. “Echt vrij,” zei de vlinder, “betekent alles accepteren. Ook dat je níet vrij bent. Dat het soms níet leuk is, dat je je niet fijn voelt, en geen kant op kunt. Dat je soms compleet vastzit. Vrij is niks hoeven en zelfs dát niet eens hoeven.” De mier keek ‘m aan. Met een grote frons. “Vrij” ging de vlinder verder, “is zelfs accepteren dat je soms niet kun accepteren. En dat het goed is. Vrij zijn is geen behoefte meer hebben aan vrij zijn.”
Hij keek naar de mier. Zijn ogen lachten. De mier dacht na. “Ik vind het, ehm…” hij wist het niet. Hij dacht nog een beetje na. De bomen luisterden ademloos mee. “Tja, ik vind het gewoon minder leuk dan ik dacht, denk ik” zei hij. Hij zag er wat beteuterd uit. Ze stonden op en liepen verder. De vlinder deed één klein hinkeltje. “Het klinkt ook alsof het eigenlijk helemaal niet kan!” zei de mier. “Ik dacht dat vrij leuk was!”.
De vlinder dacht na. Hij knikte begripvol. “Ja” zei hij, “ja, dat zou je inderdaad denken. Maar vrij is niet alleen leuk. Vrij is alles. Ook níet leuk. Alleen vind je dat niet meer erg als je vrij bent.” Zo liepen ze zwijgend verder. En terwijl de zon doorbrak en de mier naar de lucht keek, was er even geen denken meer, alleen een overweldigend gevoel van vrij.
Vrij was er als je het niet zocht.